Bij hun moeder kunnen het kleine jongetje en zijn broertje niet blijven. Ook niet als er een nieuwe vader in het gezin komt. Het zijn de moeilijke jaren vijftig, het gezin leeft in armoede en de ouders kunnen de situatie niet aan.
De kinderen worden uit huis geplaatst en komen terecht in een tehuis. Ze komen in verschillende groepen terecht en mogen niet of nauwelijks contact hebben met elkaar. Het leven van het jongetje voltrekt zich in een kille, ijzeren regelmaat, waaraan nauwelijks valt te ontsnappen.
Als op een goede dag een echtpaar zich in het tehuis meldt, neemt het leven weer een nieuwe wending. Het kind wordt een man en de pleegmoeder maakt daar misbruik van.
|